Ysopet
De oorsprong van de term 'Ysopet' ("kleine Aesopus") gaat terug tot de twaalfde eeuw, waar het voor het eerst werd gebruikt door Marie de France, van wie de verzameling van 102 fabels, geschreven in Anglo-Normandische octosyllabische coupletten, naar eigen zeggen vertaald zijn uit een origineel werk van Alfred de grote. Aangezien er geen bewijs is van dergelijk Oudengels materiaal, wordt dit betwist.
Maries fabels zijn afkomstig uit verschillende bronnen en er komen niet alleen dieren in voor, maar ook mensen. De eerste veertig komen overeen met een van de Romulus-collecties van Aesopus, maar zelfs hier zijn er variaties. Het verhaal dat ze "De hond en de kaas" noemt, verschilt van de klassieke versies van De hond en zijn weerspiegeling juist door het detail dat de hond kaas draagt in plaats van een bot of een stuk vlees. Veel andere verhalen verschijnen voor het eerst in de Ysopet, vooral die over mensen. Eén ervan, De muis neemt een vrouw, was een primeur voor het Westen, maar verschijnt wel in eerdere oosterse verhalen. Andere passen nog steeds in de traditionele categorieën van volksverhalen die waarschijnlijk mondeling werden overgedragen.